Bruine rat
De grootste knaagdiersoort uit de orde Ware Muizen is het geslacht Rattus. In Nederland komen bruine rat (Rattus norvegicus) en zwarte rat (Rattus rattus) voor waarvan de bruine rat het meest wijdverspreid is. De bruine rat is van oorsprong een exoot die lang geleden vanuit Azië naar Europa is gebracht door de scheepvaart.
De bruine rat is een middelgroot knaagdier met een grijsbruine vacht die aan de buikzijde lichtgrijs tot vuilwit is. De vacht is lang en stug. In het wild komen verscheidene variaties in kleur voor, van zwart tot bruin en af en toe een albinovariant. Jongere dieren hebben een zachtere, lichtergrijze vacht. Soms zijn de voorpoten zeer licht van kleur en/of heeft de borst een witte vlek. Verwarring tussen (jonge) bruine ratten en huismuizen is mogelijk. De bruine rat heeft een vrij korte, spitse snuit met lange snorharen, kleine duidelijk zichtbare en behaarde oren en donkere ogen. De staart is rond en altijd korter dan het lichaam, bijna kaal, en heeft 163 tot 205 ringen. De poten zijn kort met vier tenen aan de voorpoten en vijf aan de achterpoten. Verwarring met zwarte rat is mogelijk omdat er ook melanistische zwarte bruine ratten bestaan. De zwarte rat komt echter, in tegenstelling tot de bruine rat, nauwelijks in het vrije veld voor. Een kenmerkend verschil tussen de bruine rat en de zwarte rat is de lengte van de staart. Deze is bij de bruine rat korter dan het lichaam, bij de zwarte rat juist langer dan het lichaam. Ook zijn de oren van de bruine rat klein en behaard terwijl die van de zwarte rat groot en bijna kaal zijn. Verwarring met de woelrat en muskusrat is bij het in het water zwemmende dieren mogelijk. De muskusrat is echter veel groter en de woelrat ligt hoger in het water, heeft een meer stompe snuit, kleine oren en ogen. De staart van de bruine rat is duidelijk dikker, ronder en langer en zijn ogen en oren zijn groter en duidelijker zichtbaar.
Afmetingen
lengte kop-romp: 190-300 mm.
lengte staart: 150-220 mm.
gewicht: 200-500 gr.
Mannetjes worden groter dan vrouwtjes.
Determinatie
Voor de in Nederland voorkomende muizen (ware muizen, woelmuizen en spitsmuizen) heeft de Zoogdiervereniging een zoekkaart gemaakt om mensen te helpen bij de determinatie van deze groep zoogdieren.
Leefgebied en verspreiding
Het verspreidingsgebied van de bruine rat strekt zich uit over grote delen van de wereld, vooral in de buurt van menselijke nederzettingen. Het is een van de meest wijdverbreide en succesvolste zoogdieren van de wereld. In de tropen komt hij alleen voor nabij grote steden en havens. In de Arctische gebieden komt hij niet voor. Oorspronkelijk kwam de bruine rat alleen in Azië voor, maar in de 18de eeuw is hij waarschijnlijk via schepen vanuit Siberië en China ingevoerd in Europa. In Nederland komt de bruine rat vrijwel overal voor.
De bruine rat komt voor in allerlei soorten leefgebieden. Hij heeft een voorkeur voor een vochtige en niet te warme omgeving en komt vaak voor in de buurt van de mens. Het is een echte cultuurvolger en leeft bij boerderijen, woningen, stallen, pakhuizen, fabrieken, winkels en vuilstortplaatsen. In waterrijke gebieden in de gematigde streken, komt de bruine rat ook buiten voor zoals in rietvelden en in watergangen langs agrarisch bouwland, maar ook in riolen. De buitenlevende dieren trekken in het najaar vaak naar en in bebouwing. De aanwezigheid van water, dekking en voedsel in de nabijheid is bepalend voor het leefgebied.
Leefwijze en voedsel
De bruine rat is voornamelijk ’s nachts actief, vooral direct na de avondschemering en voor de ochtendschemering. In koude nachten is hij ook wel overdag actief. Voordat de bruine rat zijn hol verlaat, onderzoekt één rat (ook wel pionierrat genoemd) ongeveer 2 minuten lang de omgeving. Dit gedrag wordt ook wel zekeren genoemd. Pas daarna verlaten de andere ratten het hol. Veranderingen in de omgeving heeft de bruine rat direct door en daarom is het ook zeer moeilijk hem in vallen te vangen.
Bruine ratten kunnen goed zwemmen, duiken, springen en klimmen. Ze klimmen echter zelden in bomen. Ze bewegen zich meestal stapvoets voort, soms ook in sprongengalop. Bruine ratten leven in kleine sociale groepen, bestaande uit een dominant mannetje, een harem vrouwtjes en enkele ondergeschikte mannetjes. Deze groepen kunnen zich vaak samenvoegen tot grotere kolonies. De hiërarchie binnen een groep bepaalt wie mag paren en eten. Tegen dieren uit een andere, en daarmee anders ruikende, populatie wordt agressief opgetreden. Buitenlevende dieren zijn minder agressief, waarschijnlijk omdat zij in lagere dichtheden leven.
De bruine rat is een alleseter, die voornamelijk leeft van eiwit- en zetmeelrijk voedsel. Zo eet hij graan, zaden, slakken, larven, kikkers, jonge zoogdieren, vogeleieren en aas. Maar hij knaagt ook aan botten en producten zoals zeep en kaarsen. Kannibalisme komt voor, voornamelijk ten gevolge van een eiwittekort. De bruine rat neemt zijn voedsel vaak mee naar schuilplaatsen om het daar op te eten. Soms legt hij voedselvoorraden aan. Dit gebeurt voornamelijk door niet dominante ratten en zogende vrouwtjes.
Territorium en verblijfplaats
De bruine rat heeft geen territorium dat verdedigd wordt tegen andere bruine ratten. Ze hebben wel een vast activiteitengebied, waarbij de dieren meestal niet meer dan 100 meter afleggen. Bij voldoende voedsel verplaatsen ze zich zelfs nog minder. Wel worden dieren uit andere populaties geweerd.
De bruine rat heeft als rustplaats een nest in een holenstelsel. Buitenlevende ratten maken hun holenstelsels in oevers, tussen stenen en aan de voet van bomen. Dit stelsel ligt tot een diepte van 50 cm onder de grond en heeft gangen van ongeveer 9 cm in doorsnede. Het nest zelf wordt of bovengronds of ondergronds gemaakt en wordt vaak door meerdere generaties gebruikt. Het hol is 6-9 cm in doorsnede en de verschillende holen zijn bovengronds met elkaar verbonden door paadjes. Bij de ingang van het hol laat de rat meestal hopen aarde achter, die in de loop van de tijd vanzelf wordt platgestampt. Binnen levende ratten maken hun nesten onder vloeren, in hooimijten, tussen muren en in andere holle ruimtes rond menselijke nederzettingen, maar anders dan de zwarte rat altijd op of onder de vloer. De zwarte rat leeft eerder op zolders van gebouwen en verplaatst zich langs balken en richels.
Voortplanting en leeftijd
Bruine ratten planten zich het gehele jaar door voort, mits er voldoende voedsel is met een piek in maart en in september-oktober. Na een draagtijd van 20-23 dagen, krijgt het vrouwtje 7 (1 tot 15) jongen. Het aantal worpen dat een vrouwtje per jaar krijgt bedraagt drie tot vijf. Grotere vrouwtjes krijgen grotere worpen dan kleinere vrouwtjes. Bij een daling van de populatiedichtheid (bijvoorbeeld door menselijk ingrijpen) neemt de voortplanting en het aantal jongen per worp toe.
De jongen worden blind en naakt geboren. Na zeven tot tien dagen hebben ze de ogen geopend en zijn ze volledig behaard. De groei wordt beïnvloed door de worpgrootte; dieren in kleinere worpen groeien sneller. Enkel het vrouwtje zorgt voor de jongen. Jongen die zich te ver van het nest wagen, worden teruggebracht, indringers worden weggejaagd en bij verstoring zal een vrouwtje de jongen verplaatsen naar een ander nest. Na 21 dagen, als de dieren ongeveer 40 gram zwaar en 110 mm lang zijn, worden de dieren gespeend. De jongen zijn na 3-4 maanden geslachtsrijp en kunnen dan deelnemen aan de voortplanting. De bruine rat wordt maximaal vier jaar oud, maar meestal wordt hij niet ouder dan twaalf maanden. Vrouwtjes leven gemiddeld langer dan mannetjes en de levensverwachting hangt onder andere af van de voedselkwaliteit.
Natuurlijke vijanden van de bruine rat zijn marterachtigen, uilen en katten. Een agressieve bruine rat is in staat wezels en andere kleine roofdieren weg te jagen. Vallen en (chemische) bestrijdingsmiddelen vormen een bedreiging voor de bruine rat, omdat op plekken waar hij niet gewenst is daarmee bestreden wordt.
Daarnaast vormt de mens met het maaien van slootkanten en andere bewerkingsvormen een bedreiging voor de verblijfplaatsen en voedselvindplaatsen van vooral de buitenlevende bruine rat.
Geluid
De bruine rat kan piepen, grommen, knorren en krijsen. Bij sociale contacten tussen moeders en hun jongen worden veel ultrasone geluiden gemaakt (tot 100kHz).
Hol
Bij de uitgangen van het holenstelsel liggen hoopjes uitgewaaierde aarde, die echter moeilijk te onderscheiden zijn van die van de bunzing.
Vraatsporen
Op voedselresten van de bruine rat zijn soms afdrukken van de twee snijtanden te zien. Deze tandafdrukken zijn samen 2-6 mm breed en zijn te vinden op fruit dat van de boom is afgehaald of gevallen, maïskorrels die geheel of gedeeltelijk zijn weggevreten of suikerbieten die van bovenaf zijn aangevreten en uitgehold. Graankorrels waarvan slechts het eindstukje over is, zijn het werk van de bruine rat. Ook visresten, leeggegeten mosselen, kreeften- en krabbenpantsers en grote aantallen gekraakte slakkenhuizen, kunnen vraatsporen van de bruine rat zijn maar zijn niet karakteristiek voor deze soort. Dan is alleen aan de hand van andere sporen is te herleiden welk roofdier daar heeft gegeten. Verder zijn op allerlei soorten materialen en voorwerpen zoals hout, plastic, kabels, verpakkingsmateriaal, schuimrubber en zeep knaagsporen van de bruine rat te vinden.
Uitwerpselen
Uitwerpselen van de bruine rat zijn 12-20 mm lang en 5-7 mm in doorsnede. Ze zijn groot en dik en cilindervormig, hebben een grove structuur en zijn aan een of twee zijden puntig. Ze worden in grote hoeveelheden gevonden; een rat produceert 40 keutels per dag. Ze deponeren deze zowel op willekeurige plaatsen als een latrine, bijvoorbeeld aan de voet van een boom, tegen een steen, bij een baal stro of in hoeken van bebouwing. Meestal hebben ze een onaangename geur. Keutels van jonge ratten kunnen verward worden met die van de huisspitsmuis.
Loopsporen
Pootafdrukken van de voorvoet van de bruine rat zijn 18-22 mm lang en 18-22 mm breed en die van de achtervoet zijn meer dan 40 mm lang en 20-25 mm breed. De voorvoet heeft 4 tenen, de achtervoet 5. In stap staan de pootafdrukken van de voorvoet en achtervoet voor of achter elkaar, terwijl in sprongengalop de pootafdrukken naast elkaar staan. De lange hielafdruk onderscheidt het loopspoor van dat van de woelrat. Loopsporen van de bruine rat zijn te vinden op oevers van plassen, sloten en beken, maar ook op vuilstortplaatsen en akkers. Looppaadjes in gebouwen zijn vaak als onderbroken vetvegen op de vloer of langs de muur te zien. Vanuit het holenstelsel lopen meerdere wissels die 5-10 cm breed zijn.
Zicht
Op plekken waar veel bruine ratten voorkomen, zijn ze ook overdag te zien.
Braakballen
In braakballen van kerkuil komen soms resten van jonge ratten voor.
Vangen
De bruine rat is zeer moeilijk te vangen in vallen want hij is zeer achterdochtig ten opzichte van vreemde voorwerpen.
Waarnemingen doorgeven
Rode Lijst NL (2020): thans niet bedreigd
Rode Lijst NL (2009): thans niet bedreigd
Rode Lijst NL (1994): thans niet bedreigd
Wnb: niet vermeld
Habitatrichtlijn (1992): niet vermeld
Conventie van Bern (1982): niet vermeld
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Rodentia (Knaagdieren)
Familie: Muridae (Ware muizen)
Geslacht: Rattus (Echte ratten)
Soort: Rattus norvegicus
-
2017 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 60(2)_Thissen & Uiterwijk_2017
-
2015 Telganger
Telganger / 2015-2 / oktober (pdf)
-
2013 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 24 / nr.3 / herfst 2013
-
2013 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 56(2)_van Adrichem et al_2013
-
2013 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 56-2 2013
-
2010 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 53(1)_Camphuysen et al_2010
-
2010 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 53-1 2010
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.57 Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in Polder de Gagel en de Molenpolder
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.44 Effect van terreinbeheer op muizen in het zuidelijke deel van Natura-2000 gebied ‘Duinen van Texel’
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.35 Het belang van de Nieuwe Stadse Zeedijk bij Stad aan ’t Haringvliet voor de noordse woelmuis
-
2007 Rapportages onderzoek (pdf)
2007.34 Zoogdieronderzoek Kanaalzonde Zeeuws-Vlaanderen
-
2002 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 13 / nr. 3 / september 2002
-
1999 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 10 / nr. 1 / mei 1999
-
1996 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 07 / nr. 1 / maart 1996
-
1993 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 04 / nr. 3 / september 1993