Ontwikkelen eDNA methode noordse woelmuis
Sinds 2013 werkt de Zoogdiervereniging aan het optimaliseren van de eDNA methode voor het inventariseren en monitoren van noordse woelmuizen op basis van keutels.
In veenweidegebieden met kwalitatief hoogwaardig habitat blijkt deze methode effectiever, efficiënter en goedkoper dan de traditionele valraaien. Ook in het Deltagebied is de eDNA methode inmiddels met veel succes ingezet. In verschillende leefgebieden waar de noordse woelmuis met inloopvallen niet werd aangetoond, blijkt de soort wel aanwezig op basis van gevonden keutels. De eDNA methode is daarmee een betrouwbaarder indicator voor aan/afwezigheid dan de klassieke methode met vallenraaien.
Stand van zaken
Dankzij opdrachten en projecten uitgevoerd voor de provincies Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Holland en Friesland is duidelijk dat de eDNA methode een uitstekende methode is. In 2019 starten monitorings-programma's in Noord-Holland en Friesland (gericht op het monitoren van de soort in N2000 gebieden). In de provincie Zuid-Holland zijn vrijwel alle leefgebieden inmiddels geïnventariseerd. In de verschillende projecten is samengewerkt met adviesbureau Altenburg & Wymenga, voor het veldwerk met Silvavir. De genetische analyses worden uitgevoerd door het team Dierecologie van WENR (onderdeel van Wageningen UR).
Type project
Monitoring
Looptijd
Gestart 2013 - heden.
Projectleider
Maurice La Haye