Pilot ANLb-beleidsmonitoring wezel en hermelijn
In 2015 is in opdracht van BIJ12 een meetnetontwerp opgesteld voor een aantal zoogdiersoorten ten behoeve van de Beleidsmonitoring ANLb, (gericht op het monitoren van de effecten van agrarisch natuurbeheer op landelijk niveau (Van Norren et al., 2015). Drie van de doelsoorten betroffen wezel, hermelijn en bunzing: de ‘kleine marters’. Op 26 augustus 2015 hebben BIJ12, CBS en de provincies het specifieke meetnetontwerp voor wezel, hermelijn en bunzing t.b.v. Beleidsmonitoring ANLb besproken. In dit overleg is vastgesteld dat er ongetwijfeld een relatie is tussen ANLb en deze soorten, maar dat daar nog te weinig over bekend is.
De voorgestelde methoden voor de monitoring van wezel, hermelijn en bunzing zijn relatief nieuw en moeten nog verder ontwikkeld worden. Geconcludeerd werd, dat er voor 2016 nog geen meetnet kon worden opgezet voor wezel, hermelijn en bunzing, maar dat het wel van belang is een pilot op te zetten om de meetmethode door te ontwikkelen en hierbij ook de relatie met ANLb te onderzoeken.
In 2016 is in opdracht van WOT N&M gestart met een nieuw landelijk meetnet Verspreidingsonderzoek (VO) bunzing en boommarter. Hierbij is aangegeven, dat bij de ontwikkeling van het meetnet ook aandacht moet worden besteed aan de mogelijke toepasbaarheid voor Beleidsmonitoring ANLb. Binnen de opdracht voor het NEM VO bunzing en boommarter zal de methode voor het monitoren van de bunzing voldoende kunnen worden getest en doorontwikkeld.
In 2016 is tevens gestart met een tweejarige pilot Beheermonitoring ANLb in de provincie Noord-Brabant, in de werkgebieden van 3 collectieven voor agrarisch natuurbeheer (Maasheggen, Groene Woud en Land van Heusden en Altena). Deze pilot wordt gefinancierd door de Provincie Noord-Brabant en uitgevoerd door de soortenorganisaties RAVON, FLORON, Sovon, EIS, Vlinderstichting en Zoogdiervereniging. Deze pilot behelst een nulmeting om de ontwikkelingen van de biodiversiteit in de pilotgebieden te kunnen volgen en het opzetten van een netwerk van vrijwilligers die de monitoring uitvoeren. Voor de zoogdieren betreft dit vleermuizen, wezel en hermelijn en das. De vraagstelling hierbij is: komen de soorten voor op de percelen met een agrarisch natuurbeheerpakket en hoe ontwikkelt zich de populatie onder invloed van agrarisch natuurbeheer?
Voor de Beleidsmonitoring ANLb zouden idealiter aanvullend metingen moeten worden uitgevoerd in omliggende gebieden zonder agrarisch natuurbeheer. Op basis van de resultaten van metingen in en buiten de gebieden met afgesloten agrarisch natuurbeheerpakketten, zouden bovendien uitspraken kunnen worden gedaan over de mogelijkheden voor het verder ontwikkelen van een meetnet voor beide soorten ten behoeve van de Beleidsmonitoring ANLb.
BIJ12 heeft de Zoogdiervereniging daarom gevraagd een Pilot ANLb wezel en hermelijn op te zetten, aansluitend op de Pilot Beheermonitoring ANLb, met als doel de verdere ontwikkeling van de methodiek voor effectmonitoring van agrarisch natuurbeheer op wezel en hermelijn. Op basis van de resultaten van de pilot zou in 2018 kunnen worden besloten of het opzetten van een apart landelijk of provinciaal meetnet gewenst is.
Hollander & Overman (2016) hebben de resultaten van het eerste jaar van dit onderzoek zeer uitgebreid vastgelegd in een voortgangsrapportage. In dit rapport over 20116-2017 zijn de uitgebreide vraagstelling en hypothese (en dankwoord) uit deze voortgangsrapportage niet overgenomen, maar worden slechts een aantal van de aan wezel (en hermelijn) gerelateerde vragen gesteld en beantwoord.
Of een transect wel of niet binnen de invloedsfeer van een beheermaatregel valt is ten opzichte van 2016 iets aangepast.